Pieter Schoonveld is mijn oom. De oom die ik alleen kende van foto’s in het fotoboek. Van die foto’s van mensen, waarvan je niet precies weet wie het zijn en waar je verder ook weinig over hoort. Na het overlijden van mijn vader in 2000 kwamen er verschillende brieven boven water, die meer inzicht in de persoon van Oom Piet geven. Ook heb ik in de jaren er na uit verschillende bronnen nog informatie gekregen.
Piet is in 1924 geboren in Ten Boer en enige jaren later met het gezin verhuisd naar Zuidbroek. Hier heeft hij de lagere school bezocht. Na 1 jaar op de M.U.L.O is Piet gaan werken, vermoedelijk als boerenknecht. In 1940 is hij met zijn ouders en familie naar Zuidwolde verhuisd. Hier werkte hij als boerenknecht bij Boer Elema.
Oorlogsvrijwilliger
Oom Piet is als oorlogsvrijwilliger naar Nederlands Indië gegaan. Na de Duitse bezetting van Nederland in de Tweede Wereldoorlog, hebben hij en veel leeftijdgenoten zich gemeld om “onze” kolonie in de Oost veilig te stellen. De leus “Indië verloren, rampspoed geboren” stimuleerde hun vermoedelijk om voor het vaderland te vechten. Maar ze waren ook op zoek naar avontuur. Piet behoorde tot de eerste lichting Nederlanders die verplicht waren om arbeidsdienst te doen in Duitsland. Toen hij 18 was dook hij onder om aan deze Arbeitseinsatz te ontkomen. Hij verbleef een paar jaar in Oosthem, waar hij via zijn Oom Auke een onderduikadres had gevonden bij Boer Siebranda. In 1944 keerde hij terug naar de woonplaats Zuidwolde en zat hij ondergedoken bij een boer in de omgeving. Na de oorlog heeft hij een paar maanden bij een verhuisbedrijf gewerkt.
Zijn één jaar oudere broer Klaas vertelt 60 jaar later: “Tot en met de Oorlog hadden we, als we niet konden “leren”, eigenlijk geen ander toekomstperspectief dan om boerenarbeider te worden, zoals de generaties voor ons. Onze vader had geprobeerd om zelf boer te worden, maar dat mislukte door de landbouwcrisis na de 1e wereldoorlog en het overlijden van zijn eerste vrouw. Toen we de Canadezen ontmoetten, die ons bevrijdden, zagen we dat er ook andere mogelijkheden waren.
.
1-12 Regiment Infanterie
Op 2 oktober 1945 trad hij in dienst. Hij werd ingedeeld bij het 12e regiment Infanterie van het 1e Bataljon, 1-12RI.Ook wel het Groningse bataljon genoemd omdat het vooral uit Groningers bestond. Hij werd opgeleid in de Adolf van Nassaukazerne in Zuidlaren. Tijdens deze periode werd zijn moeder ernstig ziek en overleed zij begin december. Volgens de overlevering heeft hij nog geprobeerd om af te zien van zijn dienst, maar dit was niet meer mogelijk. Via België en Engeland vertrokken 1-12 RI op 25 januari 1946 naar Indië. Op 29 maart 1946 kwamen ze aan in Soerabaja.
Met zijn broer Klaas werd Piet in Indië chauffeur bij het regiment. Hij werd in juni 1946 ingedeeld bij het Depot Peloton. Zijn rijopleiding kreeg hij in het leger. Toen het regiment in de zomer van 1948 terugkeerde naar Nederland moest hij voor straf achterblijven. Hij had zijn vrachtwagen voor niet militaire doelen gebruikt. Hij werd buitengewoon dienstplichtig verklaard (en niet meer een oorlogsvrijwilliger) en daarop ingedeeld bij het 10e Regiment Infanterie van het 2e Bataljon. Volgens zijn staat van dienst verblijft hij van eind oktober tot begin december in een militair vakantieoord in Tretes. Daarna gaat hij medio december over “in onderhoud en voeding” bij het Militair Commando van Tretes.
.
Tweede politionele actie
Eind december begint Nederland de zogenaamde 2e Politionele Actie tegen de Onafhankelijkheidsstrijders van Soekarno. Amerika was de onafhankelijkheidsbeweging gaan steunen ten koste van het Nederlandse standpunt en er ontstond een steeds grotere druk op Nederland om zich terug te trekken. Deze 2e Politionele Actie lijkt een soort wanhoopsoffensief te zijn van Nederland om het tij te keren. In één klap de beweging vernietigen was het doel. Wrang is nog dat de Nederlanders de actie startten, nadat de nog jonge VN Veiligheidsraad op kerstreces was gegaan. Deze werd echter in spoedberaad bijeen geroepen en riep de beide partijen op de vijandelijkheden onmiddelijk te staken. Een oproep die door Nederland werd genegeerd (uit: Afscheid van Indië, H.W. van den Doel, pp 324-325)
Piet is bij de actie betrokken. Juist op Oost Java, waar Piet was gelegerd, verliep de actie ook in militair opzicht niet goed voor de Nederlanders. Hij raakt met een groep Nederlandse militairen omsingeld op de militaire post Patjet. De munitie raakt op en hulp blijft uit. Samen met Herman Jansen bood Piet aan om met een jeep door de vijandelijke linies heen te breken en versterkingen uit Modjosari te gaan halen. Zij overleefden dit beiden niet. Hun lichamen werden de volgende dag teruggevonden bij de kampong Kambansoeri-Lor. Hij is begraven op zondag 2 januari 1949 in Ereveld Kembang Koenig (grafnr 155).Hij heeft in 1950 voor deze actie postuum de Bronzen Leeuw toegekend gekregen.
Militairen die zich in de strijd tegenover de vijand hebben onderscheiden met bijzonder moedig gedrag en beleidvolle daden, komen in aanmerking voor de Bronzen Leeuw. Alleen de koning kan deze onderscheiding toekennen, aan militairen in dienst van het Koninkrijk der Nederlanden.